Ds. P. Monsma

apr 152014
 

Annie Dekker-Jonker, Regelhaalder 110, 1749 KK Warmenhuizen, heeft opnieuw haar knie gebroken. Ze moest voor de zoveelste keer worden geopereerd en moet voor de zoveelste keer revalideren in de Magnushof in Schagen.

apr 152014
 

Toneelstuk: De tranen van mijn Vader, 25 april, om 20.00 uur in het Trefpint

In kader van het herdenken van de Tweede Wereldoorlog in de tijd voor 4 mei komt ds. Aart Mak uit Haarlem met zijn toneelgezelschap naar Krabbendam. Er wordt dan een kort stuk opgevoerd, dat betrekking heeft op de periode 1940-1945.  Veel mensen hebben dat niet meer meegemaakt, maar hun ouders wel. Het stuk heet daarom: De tranen van mijn vader. Naar aanleiding hiervan zal worden nagepraat onder leiding van ds. Aart Mak. Die de avond ook zal openen en inleiden.

De toegang is gratis. Aan het slot wordt een collecte gehouden voor de onkosten. Vanaf 20.00 uur is de koffie klaar en om 20.15 begint de avond

 

Reisje Kremlin op zaterdag 24 mei

We gaan er weer een middag op uit! Tenminste, degenen die meewillen en meekunnen op zaterdagmiddag 24 mei. Dan worden we om 14.30 uur verwacht in het Hollandse Kremlin, in Nieuwe Niedorp. We krijgen een rondleiding door de tuin en langs de gebouwen en kunstwerken die daar de opgelopen decennia eigenhandig zijn gebouwd door Ger Leegwater. Daarna worden we door Mientje Leegwater getrakteerd op koffie met koek in één van de gebouwen op het terrein. Het bezoek duurt zo’n anderhalf uur. De kosten zijn (inclusief koffie en koek) €8,- per persoon.

U kunt zich opgeven bij ds. Monsma, 0227-501508 of monsma.p@quicknet.nl.

apr 152014
 

Aan het eind van mijn opleiding als predikant volgde ik een praktijkstage. Je werkt per slot van rekening met mensen –dat kun je niet alleen uit de boeken leren. Ik nam deel aan een stagegroep van een zestal medestudenten, onder supervisie van professor Gerben Heitink. Enkele van deze studenten liepen  stage in een ziekenhuis, zelf werkte ik drie maanden in een psychiatrische inrichting – en één jongen had een plek gevonden bij een kerk in het centrum van een grote stad. Binnenstadspastoraat.

We waren allemaal een aantal dagen per week bezig op onze stageplek, draaiden in alles mee. In de overige tijd deden we aanvullende literatuurstudie en maakten we verslagen. Het ging daarin om een zo letterlijk mogelijke weergave was van een ontmoeting  en een gesprek. Waarbij wie je zijn of haar verhaal had toevertrouwd, onherkenbaar was gemaakt. Geanonimiseerd, zoals dat heet. Want er bestaat ook nog zoiets als ambtsgeheim. Zulke verslagen werden dan besproken in de groep. Het doel van de bespreking was ervan te leren – je eigen sterke en zwakke kanten – om een ander beter tot dienst te kunnen zijn.

Op een gegeven moment was een verslag van de student die mensen in de grote stad bezocht aan de beurt. Hij had een man ontmoet, die voor zijn werk de hele wereld had afgereisd. Nu had hij een vaste plek, een vaste relatie– maar toch  kon hij ‘het’ niet vinden. U kent dat misschien wel: dat je een periode of een leven lang op zoek kunt zijn naar je echte plek en je ware zelf in het leven. De man was niet gelukkig. Hij voelde dat hij daarmee zijn partner eigenlijk tekort deed. En zo kun je met elkaar gemakkelijk in een vicieuze cirkel komen van schuldgevoelens jegens elkaar, verlangens die je amper onder woorden kunt brengen. Botsingen met elkaar en met jezelf. Invullingen aan het leven geven die eigenlijk niet helpen. Verslavingen en schulden bij de Wehkamp liggen dan op de loer, om het zomaar te zeggen.

‘Kunt u verwoorden hoe u zich voelt’, vroeg de student. Ja, zei de man. Ik heb een tijd in Zuid-Oost Azie gewerkt. Daar groeit zoals je weet bamboe. Ik was daar een keer op een vliegveld: een enorme laag beton lag in de jungle uitgespreid. Alles werd erdoor afgedekt. Maar dat bamboe was zo sterk, het groeide dwars door het beton heen. Zo voel ik me, alsof ik onder een laag beton lig. Maar ik ben ook sterk. Ik groei er dwars doorheen. Ik zal het licht weer zien. Maar vanzelf gaat het niet…

Dit verhaal ben ik nooit vergeten. De beeldspraak van de man was zo sterk. Je leven kan inderdaad met een laag grijs beton overgoten worden. Door alles wat je meemaakt. Dat is heel zwaar. Elke dag weer die last. En het verlangen naar bevrijding. Sommige mensen blijven een leven lang zoeken…

Straks vieren we Pasen. Jezus, een mens als wij, werd platgewalst door de kwade kanten van het bestaan. Onder beton gegoten. Een zware steen hield hem gevangen in zijn graf, in de dood. Dood – dat woord heeft bijbels gesproken met de ‘lichamelijke dood’, maar ook met het dagelijks leven, waarin je amper lucht krijgt en licht ziet. De boodschap van Goede Vrijdag is, dat Jezus deze dood in ging, om met ons te zijn. De boodschap van Pasen is dat het beton dat hem gevangen hield van binnenuit is doorbroken. Zoals de bamboe dat deed van onder het vliegveld in Azië. Dat er voor ons allemaal een opening is, waardoor Hij mensen in nauw de hand reikt, licht geeft, adem – om verder te kunnen. Om op te staan, om ondanks alles opgewekt en met hoop te kunnen leven. Om vrij te zijn, midden in de zorgen en onder de druk. En om ook elkander de hand te kunnen reiken en licht te brengen. – Pasen betekent: het beton zal het niet winnen. De muren die je van jezelf, van elkaar en van het echte even scheiden. Er is een opening, er is Toe-komst, door Jezus, bij God. Deze God is en blijft met je verbonden. Je hoeft niet alleen te gaan.

mrt 062014
 

De tijd voor Pasen is een tijd van bezinning. Weken om in verbinding te komen met de bron van het leven. Met God. Met jezelf. Met elkaar. Met de natuur. Om zo nieuw mens te worden.

Hier gaat het in feite om wanneer de katholieken spreken over de vastentijd. ‘Laat eens wat staan, dan leer je de waarde van het eten weer kennen. Neem wat afstand, dan leer je de nabijheid weer kennen. Trek je een stukje terug uit het leven van alle dag – dan heb je kans om het leven en samenleven en jezelf met nieuwe ogen te zien’.

Laten we deze manier van bezinnen een actie van ons naar God toe noemen. Een soort grote schoonmaak, een zuivering. Protestanten hebben altijd meer nadruk willen leggen op de actie van God naar ons. Wij mensen kunnen zoeken naa rGod, naar de bron die leven geeft. God zoekt ook ons. Het lijden van Jezus heeft daarmee te maken. Protestanten noemden de 40 dagen voor Pasen daarom de lijdenstijd. Men concentreerde zich vooral op het lijden van Jezus.

Iemand heeft me er eens op gewezen dat de zware tijden die je als mens soms door moet een bijzonder resultaat kunnen hebben. Je leert anderen die zoiets meemaken een beetje begrijpen. En je oordeelt niet meer zo snel. Er ontstaat verbondenheid. Iedereen weet dat wanneer je iets naars meemaakt zulk begrip enorm goed kan doen. Vaak immers ga je dan door een land waar je de weg niet kent. De bijbel zou zeggen: je gaat door de woestijn, de woestenij. Je kent jezelf soms niet terug, je verliest vrienden, vriendinnen – omdat ze je niet meer kunnen volgen. Maar je krijgt er soms ook vrienden bij die je eerder niet kende – omdat zij wel een stukje verbondenheid wisten te tonen. Mensen die je onderweg tegenkwam en een stukje met je opliepen…

Om zulke dingen gaat het in de veertig dagen voor Pasen. Alles draait om verbinding. Verbinding van God met ons – je komt hem soms zomaar tegen, als een engel op je pad. Verbinding van ons met God – door bezinning, afstand nemen, vasten. Telkens gaat het dan om met nieuwe ogen leren zien. Naar het leven. Naar jezelf. – Naar elkaar ook. Naar mensen die het zwaar hebben., die lijden. En vervolgens verbondenheid, betrokkenheid tonen, –  in woord en daad. Zodat niemand buiten de boot valt. Dit  met nieuwe ogen kijken betreft ook de schepping, al wat leeft. Zodat je ervan kunt genieten en er zorg voor draagt, respect toont.

Zo leefde Jezus. Hij kon genieten, had plezier en was vol met liefde en betrokkenheid. Hij wist dat God precies zo was. Daarom zei Hij: God is niet veraf, maar dichtbij. Hij zoekt jullie. Stel je ervoor open. Zoek ook Hem. Hij is liefde, acceptatie. Hij wil je niet klein maken, maar je op je benen zetten. Laat zijn licht in je schijnen en door je heen schijnen. Dan wordt alles nieuw.

Jezus deed het voor. Hij leefde hieruit. Hij keek naar mensen met de blik van Gods liefde. Naar zieken, armen, rijken, achtergestelde mensen, buitenbeentjes. Hij zette hen in het licht. Maakte hen opgewekt. Deed hen opstaan uit alles wat hen naar beneden drukte.

Het zat Hem niet mee. Er waren tegenkrachten. Zijn weg van liefde en betrokkenheid werd een weg door de woestenij. Het bracht hem de dood. Maar dwars door de diepte heen ontstond nieuw leven. Hij werd opgewekt. – En vanaf dat moment is Hij voor elk mens een lotgenoot, met je verbonden in de woestijn die het leven kan zijn. Je kunt Hem soms zomaar ontmoeten. Hij kent je – en brengt je in  het licht. En niet alleen jou. Alle mensen. Heel de schepping. – Hij is de bron die leven doet. Die je met elkaar, met de schepping en met jezelf (met alles wat er in je is!) verbindt. Hij doet mens en wereld opstaan uit de dood.

Ds. P. Monsma

mrt 062014
 

De tijd voor Pasen is een tijd van bezinning. Weken om in verbinding te komen met de bron van het leven. Met God. Met jezelf. Met elkaar. Met de natuur. Om zo nieuw mens te worden.

Hier gaat het in feite om wanneer de katholieken spreken over de vastentijd. ‘Laat eens wat staan, dan leer je de waarde van het eten weer kennen. Neem wat afstand, dan leer je de nabijheid weer kennen. Trek je een stukje terug uit het leven van alle dag – dan heb je kans om het leven en samenleven en jezelf met nieuwe ogen te zien’.

Laten we deze manier van bezinnen een actie van ons naar God toe noemen. Een soort grote schoonmaak, een zuivering. Protestanten hebben altijd meer nadruk willen leggen op de actie van God naar ons. Wij mensen kunnen zoeken naa rGod, naar de bron die leven geeft. God zoekt ook ons. Het lijden van Jezus heeft daarmee te maken. Protestanten noemden de 40 dagen voor Pasen daarom de lijdenstijd. Men concentreerde zich vooral op het lijden van Jezus.

Iemand heeft me er eens op gewezen dat de zware tijden die je als mens soms door moet een bijzonder resultaat kunnen hebben. Je leert anderen die zoiets meemaken een beetje begrijpen. En je oordeelt niet meer zo snel. Er ontstaat verbondenheid. Iedereen weet dat wanneer je iets naars meemaakt zulk begrip enorm goed kan doen. Vaak immers ga je dan door een land waar je de weg niet kent. De bijbel zou zeggen: je gaat door de woestijn, de woestenij. Je kent jezelf soms niet terug, je verliest vrienden, vriendinnen – omdat ze je niet meer kunnen volgen. Maar je krijgt er soms ook vrienden bij die je eerder niet kende – omdat zij wel een stukje verbondenheid wisten te tonen. Mensen die je onderweg tegenkwam en een stukje met je opliepen…

Om zulke dingen gaat het in de veertig dagen voor Pasen. Alles draait om verbinding. Verbinding van God met ons – je komt hem soms zomaar tegen, als een engel op je pad. Verbinding van ons met God – door bezinning, afstand nemen, vasten. Telkens gaat het dan om met nieuwe ogen leren zien. Naar het leven. Naar jezelf. – Naar elkaar ook. Naar mensen die het zwaar hebben., die lijden. En vervolgens verbondenheid, betrokkenheid tonen, –  in woord en daad. Zodat niemand buiten de boot valt. Dit  met nieuwe ogen kijken betreft ook de schepping, al wat leeft. Zodat je ervan kunt genieten en er zorg voor draagt, respect toont.

Zo leefde Jezus. Hij kon genieten, had plezier en was vol met liefde en betrokkenheid. Hij wist dat God precies zo was. Daarom zei Hij: God is niet veraf, maar dichtbij. Hij zoekt jullie. Stel je ervoor open. Zoek ook Hem. Hij is liefde, acceptatie. Hij wil je niet klein maken, maar je op je benen zetten. Laat zijn licht in je schijnen en door je heen schijnen. Dan wordt alles nieuw.

Jezus deed het voor. Hij leefde hieruit. Hij keek naar mensen met de blik van Gods liefde. Naar zieken, armen, rijken, achtergestelde mensen, buitenbeentjes. Hij zette hen in het licht. Maakte hen opgewekt. Deed hen opstaan uit alles wat hen naar beneden drukte.

Het zat Hem niet mee. Er waren tegenkrachten. Zijn weg van liefde en betrokkenheid werd een weg door de woestenij. Het bracht hem de dood. Maar dwars door de diepte heen ontstond nieuw leven. Hij werd opgewekt. – En vanaf dat moment is Hij voor elk mens een lotgenoot, met je verbonden in de woestijn die het leven kan zijn. Je kunt Hem soms zomaar ontmoeten. Hij kent je – en brengt je in  het licht. En niet alleen jou. Alle mensen. Heel de schepping. – Hij is de bron die leven doet. Die je met elkaar, met de schepping en met jezelf (met alles wat er in je is!) verbindt. Hij doet mens en wereld opstaan uit de dood.

Ds. P. Monsma

dec 122013
 

We feliciteren Marjan Jonker en Ferry Mosch , Jet en Tess,  Kerkpad 14, 1749 CW Krabbendam, van harte met de geboorte van hun derde dochter en hun nieuwe zusje Jans Lucia Anna. Jans werd geboren op donderdag 21 november.